16.10.2016

LUCA reikt eerste eremaster uit aan Jef Cornelis

Op 15 oktober 2016 reikte LUCA voor het eerst in de geschiedenis van Vlaanderen een eremaster in de kunsten uit. De eer ging naar televisiemaker Jef Cornelis.

Een kunstenaar heeft dialoog nodig om het grondig oneens te kunnen zijn met diegenen die hij bewondert zodat hij ze daarna kan overstijgen.

Laudatio

Deze zaal bestaat uit twee categorieën van mensen: zij die Jef Cornelis kennen en zij die denken dat ze hem niet kennen. Want iedereen hier die tijdens de tweede helft van de vorige eeuw in de buurt van een televisietoestel gekomen is kent zijn werk. En zijn televisiewerk is misschien voor de hand liggend, zijn merites voor de kunsten en de architectuur zijn natuurlijk veel ruimer.

LUCA school of Arts presenteert zich hier vandaag als een moderne kunsthogeschool met de blik strak op de toekomst gericht. En net vandaag reiken wij onze allereerste eremaster uit aan een man die een onuitwisbare stempel op de kunstbeleving van de vorige eeuw achtergelaten heeft. Een man die mee aan de wieg stond van het medium televisie dat wij vandaag liever helemaal opnieuw zouden willen uitvinden.

Hebben wij ons dan vergist? Natuurlijk niet. Want Jef Cornelis heeft ons doorheen zijn boeiende carrière getoond hoe we verder moeten. Met een kritische en vooral eigenzinnige blik moeten we onze kunstdiscipline elke dag opnieuw in vraag stellen.

In de korte documentaire die u net zag (red. er werd een fragment uit ‘Kunst als kritiek’ getoond) kregen we een impressie van waar Jef Cornelis voor staat: hij biedt ons een boeiende observatie van een bijzonder fenomeen; een bedrijf in zogenaamde kunst, waar handgemaakte schilderijen aan de lopende band geproduceerd worden. Maar dat doet hij niet zonder al van meet af aan duidelijk stelling in te nemen. En die boodschap gooit hij met een niet mis te verstane pancarte meteen in ons gezicht: “Wanneer is kunst geen kritiek? Als kunst tot kopen aanzet.”

Ook binnen de contouren van een school of arts worden wij dagdagelijks geconfronteerd met de vraag “Wat is Kunst?” en de bedenking of kunst per definitie ook kritiek in zich draagt. Jef Cornelis kiest er dus voor om ons te vertellen wat het nièt is, een retorisch truukje dat ook ons niet vreemd is. Hij giet dat echter in een vorm die ons tegelijkertijd toont wat kunst dan wèl zou kunnen zijn; een visueel uitdagende en zelfs vernieuwende observatie die tegelijkertijd ook kritiek in zich draagt.

Het is bovendien bijzonder om vast te stellen hoe hij zulke mooie beelden van iets lelijks kan maken. Het is een mooi staaltje van sublimering. Afkeuring voor nepkunst wordt zelf kunst. Jef Cornelis is een rolmodel voor onze studenten. Dan heb ik het zelfs niet over de onversaagdheid waarmee hij als jonge man naar Amsterdam trok om daar film te studeren en ik heb het evenmin over de vastberadenheid waarmee hij tot vandaag de merites van sommige van zijn toenmalige docenten betwijfelt.

Ik heb het over de gretigheid waarmee hij zich op het medium gestort heeft, zijn vastberadenheid om het vak onder de knie te krijgen en over de uitzonderlijke toewijding waarmee hij elk detail in zijn oeuvre helemaal juist wou hebben. Maar Jef Cornelis is vooral een rolmodel in zijn attitude om zich te omringen met interessante kunstenaars en vakmensen. Zijn biografie leest als een masterclass in namedropping. Zowat alle interessante kunstenaars, curatoren en kunstcritici van de tweede helft van vorige eeuw hebben op een bepaald moment Jef Cornelis op hun pad gevonden.

Dat heeft hem niet alleen geholpen om voortdurend te blijven evolueren, het heeft hem zonder de minste twijfel ook gevoed om zijn eigen stijl te ontwikkelen. Zijn befaamde integratie van de camera stylo is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Een kunstenaar heeft dialoog nodig om het grondig oneens te kunnen zijn met diegenen die hij bewondert zodat hij ze daarna kan overstijgen.

Wij leven vandaag in een pessimistisch tijdperk. Jonge kunstenaars drukken vaak hun ontgoocheling in deze maatschappij uit. De farce van de Amerikaanse presidentsverkiezingen helpt hen daar natuurlijk niet bij. Maar ook hier in onze lage landen vinden we vele argumenten om ons te wentelen in naargeestigheid. Ik kan daarbij de steeds afnemende middelen voor de kunsten en het kunstonderwijs niet onvermeld laten. Toch willen wij ons niet overgeven aan moedeloosheid. En ook dan kijken we weer naar Jef Cornelis.

Als je zijn filmografie vandaag overschouwt, dan dreig je een zeer vertekend beeld van de vorige eeuw te krijgen. Het lijkt immers alsof toen alles mogelijk was. Prachtige documentaires, gedraaid met de beste vaklui op peperdure 35mm pellicule? Het bleek zonder meer te kunnen.

Acht uur lang live televisie op de openbare omroep over het kunstproject ‘Chambre d’Amis’? Gelukkig bestaan er nog beelden van, want anders zou toch werkelijk geen mens geloven dat dit ooit ècht heeft plaatsgevonden.

Een grensverleggend programma over de kunsten waarin meerdere actoren op meerdere plaatsen via de televisie en haast zonder bemiddeling met elkaar proberen te communiceren? Jawel, beste youngsters, de ouderen hier in de zaal zullen jullie bevestigen dat het heeft bestaan onder de legendarische vlag ‘Ijsbrekers’. Maar geloof dus niet dat Jef Cornelis dit allemaal zonder slag of stoot voor elkaar gekregen heeft. Je hebt een man met bijzonder veel bravoure nodig om telkens weer te blijven doorzetten. En wij geloven dat met een dergelijke dosis branie ook onze jonge kunstenaars van vandaag nog steeds een aardverschuiving kunnen veroorzaken.

Daarom willen we deze eerste eremaster van LUCA graag in het teken van de bravoure uitreiken. En dan is er geen mens die deze titel beter verdient dan deze: dames en heren, mag ik jullie applaus voor de eerste eremaster van LUCA School of Arts: Jef Cornelis!

Alain Quateau
Groepsvoorzitter van LUCA Pro