-

Alexianenplein, 9000 Gent

@de carré

OCCHIO SEGRETO

TentoonstellingWorkshop

OCCHIO SEGRETO (Work in progress door 3BA illustratie)

Een internationaal project gebaseerd op Italiaanse pulp strips.

___

28/02 tot 07/03/2024 

Open van 17u tot 18u

(Gesloten van zaterdag en zondag)

finnisage: 07/03/2024 - 17u tot 21u


De grafische vrijheid en expliciete vertelstijl van Italiaanse pulpstrips uit de jaren 1960, ’70 en ’80, vormen de basis van een beeldend avontuur.

Aan de hand van titels van de beeldromans, schrijven studenten synopsissen die de inspiratie vormen voor cover-beelden. Deze covers worden gemaakt gedurende de werkweek in de Carré.

Op 7 maart worden de resultaten gepresenteerd voor het publiek.

Bij deze covers zullen later scenarios geschreven en uitgetekend worden binnen een internationale samenwerking tussen de afdelingen illustratie en beeldverhaal van : 

HEAR, Haute école des arts du Rhin, Strasbourg 

ABABO, Accademia Belle Arti, Bologna 

Luca School Of Arts, Gent


(…) Een belangrijk hoofdstuk in de Italiaanse stripgeschiedenis wordt geschreven in de jaren 1960. Strips zijn goedkoop en dus te lezen voor een groot deel van de bevolking. Zo slagen stripverhalen erin om sociale conventies te weerspiegelen én te beïnvloeden. Dat zie je in de populariteit van het ‘noir’-stripverhaal en de erotische strip. Die genres zijn allesbehalve vanzelfsprekend in een streng katholiek land. Stripmakers zetten aan de hand van criminaliteit en seks een symbolische aanval in op de pijlers van de burgerlijke maatschappij en worden daarvoor ook op de korrel genomen. ‘Diabolik’ is de grondlegger van de Italiaanse noir en de enige strip in het genre die nog steeds bestaat. Ze wordt in 1962 bedacht door Angela en Luciana Giussani, twee zussen uit de Milanese bourgeoisie. Hoofdpersonage Diabolik is een zeer bekwame maar gewetenloze dief, die niet terugdeinst voor een moordje meer of minder om zijn doel te bereiken. Als hij in actie komt, draagt Diabolik een strak zwart pak, lijkend op dat van de Amerikaanse superheld The Phantom van Lee Falk. Seks is zo goed als afwezig in het romantisch-puriteinse universum van Diabolik. Hij heeft een monogame relatie met zijn misdaadpartner Eva Kant. De ‘k’ in Diaboliks naam wordt overgenomen door zijn vele epigonen, die het genre wreder en sensationeler maken. Zo verschijnen in 1964 in Diaboliks kielzog ‘Kriminal’ en ‘Satanik’, bedacht door Luciano Secchi (°1939) en Roberto Raviola (1939-1996). Secchi (alias Max Bunker) heeft een spottende en provocerende geest, Raviola (alias Magnus) een expressieve stijl die soms neigt naar het groteske. ‘Kriminal’ draait rond een moordenaar die zich in skeletkostuum waagt aan excessen die bij Diabolik niet denkbaar zijn. In het eerste album zien we hem een onschuldige jongen onthoofden, louter om zich te revancheren op diens vader. ‘Satanik’ is zijn vrouwelijke tegenhangster. Het hoofdpersonage is een weinig aantrekkelijke wetenschapster die een drankje ontdekt dat haar tijdelijk verandert in een heel mooie vrouw. In haar nieuwe lichaam deinst ze voor niets terug om roem en rijkdom te verwerven en maakt ze schaamteloos gebruik van de betovering die ze uitoefent op mannen. Andere soortgelijke reeksen zoals ‘Sadik’, ‘Demoniak’, ‘Zakimort’ en ‘Genius’ zijn, vergeleken met het werk van Magnus en Bunker, vaak nogal ruw geproduceerde strips, maar ze vormen een goede leerschool voor een hele generatie Italiaanse auteurs.

Borsten en billen

Waar Diabolik de deur op een kier zette voor gewelddadige strips doet ‘Isabella’ dat voor erotische. Die reeks wordt in 1966 gecreëerd door Giorgio Cavedon en Renzo Barbieri, met tekeningen van Sandro Angiolini. Isabella is een pseudo-historisch feuilleton dat zich afspeelt in het 17de-eeuwse Frankrijk. Hoofdpersonage Isabella is van adellijke afkomst maar opgevoed door een zigeunerclan. Ze zint op wraak voor de moord op haar familie. Tijdens haar avonturen is de mooie Isabella regelmatig gedwongen (of bereid) zich op seksueel vlak over te geven. Naar hedendaagse normen zijn de erotische scènes echter zeer soft en beperken ze zich tot vluchtige tekeningen van borsten en billen. Verscheidene opvolgers zullen veel verder gaan. Er verschijnen na ‘Isabella’ talloze suggestieve titels die het hele spectrum van de erotiek bestrijken, van ondeugend tot rauwe porno. De mannelijke hoofdrolspelers zijn proletarische helden, vaandeldragers van volkse viriliteit die van de erotische voorstelling een instrument van sociale bevestiging maken: van de arbeider (Il montatore, 1975) tot de vrachtwagenchauffeur (Il camionista, 1981), van de simpele soldaat (Il Tromba, 1975) tot de leegloper (Lando, 1973, een van de populairste series). De vrouwelijke figuren komen in veel erotische dagdromen terug, zoals de verpleegster, de babysit of de politieagente. Soms zijn het mooie en gevaarlijke donkere dames, die erotiek en horror met elkaar verbinden (Zora la vampira, Sukia, Jacula en Lucifera). Veel personages worden gemodelleerd naar bekende acteurs uit die tijd: Lando roept de naam op van acteur Lando Buzzanca en is grafisch een groteske karikatuur van de beroemde zanger Adriano Celentano. Il montatore is gemodelleerd naar dezelfde Buzzanca. Sukia is dan weer een portret van filmster Ornella Muti. Vooral de boekomslagen zijn memorabel: ze beloven een verhaal met pittige ironie, terwijl de verhalen in de realiteit kwalitatief vaak te wensen over laten. Het succes van een erotisch album hangt dus vooral af van de vaardigheid van de tekenaar. Deze strips gelden als springplank voor ontelbare auteurs die zich vervolgens op een ander vlak hebben weten te onderscheiden, te beginnen met Milo Manara. Maar er zijn ook auteurs die altijd actief zijn geblevenin deze genres. Leone Frollo is een bekend voorbeeld. Hij is een tekenaar met een zachte en sensuele pen, auteur van een gedenkwaardige erotische versie van Sneeuwwitje, in een reeks waarin ironie en speelsheid de bovenhand hebben. (...)

Uit de tekst ‘Eigenzinnig strip-exportland Italië’ van Giovanni Russo vertaling: Sonia Fontana verschenen in Stripgids nr. 6 van 6 oktober 2019.